- Meerjarenbegroting Meerjarenbegroting 2022-2025
Na het vaststellen van de Kadernota 2022 is een aanvang gemaakt met het opstellen van de begroting 2022 -2025. In de begroting wordt beleid uitgezet op basis van verwachte financiële mogelijkheden. De financiële positie is vaak onzeker omdat deze niet alleen afhankelijk is van de inzet / realisatie van eigen beleid, maar ook van de invloed van rijksbeleid, economische en nieuwe ontwikkelingen.
Uitkomsten meerjarenbegroting 2022 - 2025
- = nadeel + = voordeel
Meerjarenbegroting 2022 - 2025 x € 1.000
2022
2023
2024
2025
1
Stand meerjarenbegroting in PRIMAIRE begroting 2021
-108
165
452
452
Reeds genomen raadsbesluiten na begrotingsvaststelling:
- Vaststellen Beheerplan bruggen en beschoeiingen
16
17
17
17
- Vaststellen verordening commissie bezwaarschriften
-6
-6
-6
-6
- Aanpassing bijdragen begroting VRK 2022-2025
-55
-55
-55
-55
a
Zomernota 2021
9
29
28
28
b
Mutaties meerjarenbegroting 2022-2025 (saldo lasten en baten)
1.056
470
158
405
2
BIJGESTELDE STAND meerjarenbegroting 2022-2025 inclusief mutaties
913
620
594
841
Eliminatie opgenomen incidentele uitgaven en inkomsten
-337
-50
-50
-50
Saldo materieel na correctie incidentele uitgaven en inkomsten
1.249
670
644
891
c
Nog vast te stellen nieuwe voorstellen door de raad
-1.314
-1.001
-992
-747
d
Eliminatie incidentele uitgaven en inkomsten nieuwe voorstellen
-704
-365
-396
-131
3
STAND MJB 2022-2025 na eliminatie van incidentele posten en
incl. nieuwe voorstellen639
33
48
274
De opstelling van de begroting 2022 begint met de jaarschijf 2022 van de primaire begroting 2021, met vervolgens de financiële consequenties van reeds genomen raadsbesluiten. In regel a zijn de structurele consequenties van de Zomernota 2021 te vinden en in regel b het saldo van de mutaties conform de uitgangspunten van de Kadernota en/of binnen het bestaande beleid van de gemeenteraad. Vervolgens geeft regel 2 dan de bijgestelde stand aan van de meerjarenbegroting inclusief mutaties. In regel 2c zijn de consequenties te zien van nieuwe voorstellen. In regel 2d zijn de incidentele uitgaven en inkomsten van de nieuwe voorstellen te vinden.
Regel 3 geeft het saldo weer na eliminatie van incidentele uitgaven en inkomsten en is van belang voor inzicht in het materieel, reëel en duurzaam begrotingsevenwicht. Voor alle jaren is nu sprake van een positief saldo.
Mutaties
Op grond van de kadernota 2022 en geschetste nieuwe, autonome ontwikkelingen, zijn financiële mutaties in de begroting verwerkt. Deze worden toegelicht in de begroting als een mutatie (of met elkaar samenhangende mutaties) groter is dan € 100.000.Nieuwe voorstellen
Wij doen u een aantal nieuwe voorstellen, waaronder investeringsvoorstellen. In het financiële overzicht (regel c) ziet u de impact daarvan in de regel ‘nog vast te stellen nieuwe voorstellen’. - Meerjarenbegroting Uitgangspunten
BUDGETTAIR KADER 2022-2025
Naast de hiervoor genoemde grondslagen is de meerjarenbegroting 2022 - 2025 opgesteld met inachtneming van de in de Kadernota 2022 aangegeven financiële kaders. De kaders treft u hieronder aan:
Onderwerp
Voorstel
Sluitende begroting
De gemeenteraad ziet toe op een duurzaam materieel begrotingsevenwicht. Dit houdt in dat meerjarige structurele lasten door meerjarige structurele baten worden gedekt.
Interne budgetregels
Voorstellen met structurele financiële gevolgen worden niet tussentijds, maar alleen bij de begroting, in behandeling genomen. Tussentijdse voorstellen worden alleen bij de Zomernota behandeld mits ze onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en bovendien incidenteel van aard. Voor andere en complexe nieuwe voorstellen dient, conform de verordening financieel beheer, een apart raadsvoorstel te worden gemaakt.
Ontwikkeling financiering en (toe te rekenen) rente
De rekenrente voor de begroting 2022 vast te stellen op 1,0%.
Autonome ontwikkelingen (inwoners/woningen)
In de meerjarenbegroting wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen inwoners/woningen die uit bouwprojecten voortvloeien. De zogenoemde volume-aanpassingen. Hierbij wordt er bovendien vanuit gegaan, dat tegenover de stijging van de baten (OZB + Algemene uitkering), een stijging van de lasten staat wegens infrastructurele en sociaal maatschappelijke kosten. De budgethouders dienen dit aan te geven.
Loon-/prijscompensatie
1. De personeelsbudgetten worden vanaf 2022 jaarlijks met 1,8% geïndexeerd;
2. De prijsgevoelige budgetten worden vanaf 2022 met 1,5% verhoogd;
3. De subsidies worden vanaf 2022 met 1,5% verhoogd.Gemeentefonds
Over de effecten van de mei/juni circulaire 2021 is nog niets bekend, de raad wordt met een separate brief geïnformeerd. Een herijking van het Gemeentefonds is in voorbereiding.
Relatie WOZ-herwaardering met OZB-tarieven
Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2020 tot 1-1-2021) sprake is van
waardestijgingen/-dalingen, dan vindt, rekening houdend met, de beschikbare belastingcapaciteit een verrekening plaats via een evenredige verlaging/verhoging van de OZB-tarieven 2022. Hierdoor is er geen sprake van een structurele meer-/minderopbrengst m.i.v. 2022 als gevolg van de mutaties in de belastingcapaciteit. Tenzij er sprake is van areaaluitbreiding van nieuwe woningen en nieuwe niet-woningen.
Verder is het voorstel om vanaf 2022 ook de minder/meer opbrengsten te compenseren in de tarieven als gevolg van de korting op de algemene uitkering gemeentefonds. Indien de waarde van het onroerend goed in de gemeente sneller stijgt dan het landelijk gemiddelde, dan wordt de korting groter. Indien de waarde van het onroerend goed in de gemeente langzamer stijgt dan het landelijk gemiddelde, dan wordt de korting kleiner. Dit heeft ongewenste schommelingen aan de batenkant van de gemeente tot gevolg. Daarom wordt deze beleidsaanpassing voorgesteld in de kadernota 2022.Heffingen/belastingen
1. De OZB, gewone precariobelasting, toeristenbelasting en leges worden in 2022 trendmatig met 1,6% verhoogd. Op grond van de gegevens uit de mei/juni circulaire 2021 kan dit percentage nog worden aangepast (NB: precario op netwerken is vanaf begrotingsjaar 2022 afgeschaft);
De overige inkomsten heffingen en huren worden met het gemiddelde van loonkosten en materiële kosten verhoogd (1,6%), uitgezonderd huur van woningen;
2. De parkeerbelastingen worden in 2022 op basis van hetzelfde inflatiecijfer met € 0,05 per uur verhoogd tot € 3,45 (1,6% van € 3,40 is € 0,0544 verhoging, afgerond € 0,05 per uur) (NB: Bij de Kadernota 2021 heeft de gemeenteraad bij amendement besloten om de koppeling met Zandvoort los te laten);
3. De afvalstoffenheffing, rioolheffing en grafrechten worden slechts trendmatig verhoogd indien het niveau van 100% kostendekking nog niet is bereikt;
4. De toeristenbelasting wordt in 2022 verhoogd met € 0,05 van € 3,25 naar € 3,30 p.p.n.Investeringen
Er worden voor de periode 2022-2025 alleen investeringen in de begroting geraamd die in het betreffende begrotingsjaar tot uitvoering komen. Bij de aanlevering voor de begroting worden op basis van concrete plannen van aanpak (capaciteit, tijd en geld) voorstellen ingediend om beschikbaar stellen van kredieten voor die investeringen te bewerkstelligen.
In geval van zeer hoge urgentie kan van deze beleidslijn worden afgeweken. D.w.z. dat de gemeente of derden bij uitstel risico’s lopen waaruit mogelijk schadeclaims kunnen voortvloeien.
Zie verder hoofdstuk 4 ‘Ontwikkelingen’.Eigendommen
De opbrengsten eigendommen (verkochte woningen) en andere activa worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘Afbouw schulden’. De opbrengsten worden gereserveerd voor het aflossen van schulden voor zover de Flexibele Algemene Reserve meer dan 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt deze 3%-regel beoordeeld. Zo nodig wordt de Flexibele Algemene Reserve aangevuld vanuit de bestemmingsreserve Afbouw schulden.
Ontwikkeling schuldpositie / investeringsplafond
De schuldpositie van de gemeente blijft ook na de ontvangen middelen uit aandelenverkoop Eneco aandacht vragen. De ontwikkeling van de schuld van de gemeente wordt gevolgd met financiële kengetallen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Veel schulden worden gemaakt voor investeringen. De gemeenteraad heeft op 3 november 2016 besloten om te streven naar een bruto schuld van maximaal € 40 miljoen alsmede een solvabiliteit van tenminste 50%. Er dient een integrale afweging te worden gemaakt tussen de meerjarige investeringen enerzijds en het beoogde schuldniveau anderzijds.
De jaarrekening 2020 laat per balansdatum 31 december 2020 een stand van de langlopende geldleningen zien van € 21,5 miljoen. De korte schuldpositie bedroeg per balansdatum ca. € 3 miljoen. Ook de solvabiliteit voldoet aan de norm van de gemeenteraad. Het schuldniveau zal in 2022 mede door lopende en geplande investeringen weer toenemen. - Meerjarenbegroting Grondslagen
Exploitatiebegroting
Het Besluit Begroting Verantwoording (BBV) schrijft o.m. voor dat het begrotingsstelsel van baten en lasten van toepassing is voor de gemeentebegroting en dat de begroting structureel in evenwicht moet zijn. Dit houdt feitelijk in, dat de jaarlijks terugkerende lasten gedekt moeten worden door jaarlijks terugkerende baten.
Uitgangspunten BBV
Belangrijke uitgangspunten in het BBV voor het opstellen van begroting en rekening zijn, dat:- baten en lasten op dezelfde wijze worden gerangschikt;
- baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben;
- dat activa worden gewaardeerd en afgeschreven conform door uw raad vastgestelde richtlijnen.
Deze richtlijnen zijn opgenomen in de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet.
- vanaf 2017 rentomslagstelsel verplicht;
- vanaf 2017 moeten nieuwe investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd worden;
- vanaf 2017 worden overheadkosten inzichtelijk gemaakt.
Verordening Financieel Beheer
In de Verordening financieel Beheer Bloemendaal 2018 en in de Nota Activabeleid 2018 (vastgesteld in de raadsvergadering van 21 december 2017) zijn de volgende waarderingsgrondslagen opgenomen:1
De kosten verbonden aan het afsluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden direct ten laste van de exploitatie gebracht;
2.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling worden direct ten laste van de exploitatie gebracht en bij uitzondering – indien geactiveerd – in maximaal 5 jaar afgeschreven;
3.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd en de afschrijvingsduur is gelijk aan die van soortgelijke activa waar de gemeente zelf in heeft geïnvesteerd;
4.
Activa met een aanschafwaarde van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd;
5.
Activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Rente wordt niet geactiveerd;
6.
Niet-compensabele of niet-verrekenbare BTW wordt opgeteld bij de verkrijgings- of vervaardigingsprijs;
7.
Afschrijvingen vinden plaats op basis van de lineaire afschrijvingsmethode;
8.
De afschrijvingstermijnen, zoals hieronder, worden als basis gehanteerd voor het afschrijven van vaste activa. In bijzondere gevallen kan hiervan bij een besluit van de raad – bij het vaststellen van het krediet – worden afgeweken:
Afval
Termijn
Ondergrondse inzamelcontainers
15 jaar
Rolemmers
15 jaar
(Bedrijfs)gebouwen
Nieuwbouw
40 jaar
Verbouwkosten: gebruiksduur verlengend
40 jaar
Verbouwkosten: niet gebruiksduur verlengend
25 jaar
Uitbreiding
40 jaar
Duurzame aanpassingen, o.a. zonnepanelen
20 jaar
Bedrijfsmiddelen
Auto’s en zwaar materieel
8 jaar
Gereedschap en hulpmiddelen
10 jaar
Gronden en terreinen
Grond
niet
Groen/plantsoenen
Aanleg
50 jaar
Herinrichting/renovatie
30 jaar
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Riolering:
Riolering (vernieuwing)
70 jaar
Gemalen bouwkundig
45 jaar
Gemalen elektro + mechanisch
15 jaar
Persleidingen
45 jaar
Drukriolering bouwkundig
45 jaar
Drukriolering elektro + mechanisch
15 jaar
IBA’s (individuele behandeling van afvalwater)
20 jaar
Randvoorzieningen bouwkundig
70 jaar
Randvoorzieningen elektro + mechanisch
15 jaar
Drainage / DT-riolering
40 jaar
Infiltratievoorzieningen
70 jaar
Deep Wells
15 jaar
Begraafplaatsen:
Aanleg begraafplaatsen
40 jaar
Weg- en waterbouw:
Eerste aanleg wegen, fiets- en voetpaden
50 jaar
Reconstructie en herinrichting wegen, fiets- en wandelpaden
25 jaar
Civiele kunstwerken (bruggen): hout
25 jaar
Civiele kunstwerken (bruggen): staal en beton
50 jaar
Verkeersregelinstallaties
15 jaar
Openbare verlichting: masten
40 jaar
Openbare verlichting: armaturen
20 jaar
Beschoeiingen
30 jaar
Voorziening ligplaatsen
15 jaar
Parkeerautomaten
8 jaar
ICT
Automatiseringsprojecten(hard- en software)
3 jaar
Website
3 jaar
Mobiele apparatuur (telefoon, etc.)
3 jaar
Kantoorinrichting
Meubilair, inventaris en kantoorapparatuur
10 jaar
Technische installaties (telefooncentrale)
8 jaar
Onderwijs
Schoolgebouw: nieuwbouw
40 jaar
Uitbreiding en renovatie schoolgebouwen
25 jaar
Gymnastieklokalen: nieuwbouw
40 jaar
Gymnastieklokalen: verbouwing
25 jaar
Eerste inrichting, meubilair
15 jaar
Onderwijsleerpakket
15 jaar
Brandbeveiliging
10 jaar
Tijdelijke uitbreiding huisvesting (noodlokaal)
5 jaar
Sportvelden
Kunstgras:
- toplaag
10 jaar
- sporttechnische laag
20 jaar
- onderbouw (zand en drainage)
35 jaar
Natuurgras:
- toplaag
10 jaar
- onderbouw (incl. drainage)
15 jaar
Overige sport
- tennisveld gravel
15 jaar
9
De afschrijvingen starten in het jaar na aanschaf of voltooiing van het actief.
10
Aan de geactiveerde activa wordt rente toegerekend over de boekwaarde op 1 januari van
het betreffende actief.11
De bevoegdheid tot het toekennen, wijzigen en afsluiten van een investeringskrediet
berust bij de raad. In principe worden kredieten na een periode van drie jaar afgesloten.Financiële vaste activa
De aan derden verstrekte geldleningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.Belegde middelen
De gemeente heeft geen middelen uitstaan.Vlottende activa
- De voorraden worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs.
- De vorderingen en de liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vreemd vermogen
- De langlopende schulden hebben een looptijd van 1 jaar en 1 dag of langer.
- De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
- Meerjarenbegroting Recapitulatie programma's
2.2.4 Recapitulatie programma's
Lasten
Baten
Kolom
Kolom
Kolom
Kolom
(Bedrag x € 1.000)
1
2
3
4
5
6
7
8
5-1
6-2
7-3
8-4
Programma's excl.
reservesBegr.
2022Begr.
2023Begr.
2024Begr.
2025Begr.
2022Begr.
2023Begr.
2024Begr.
2025Begr.
2022Begr.
2023Begr.
2024Begr.
2025Bestuur en ondersteuning
-14.428
-14.764
-15.046
-15.344
40.602
40.827
41.317
42.020
26.174
26.063
26.271
26.676
Veiligheid
-2.491
-2.480
-2.493
-2.500
12
13
13
13
-2.479
-2.467
-2.481
-2.487
Verkeer, vervoer en waterstaat
-3.617
-3.679
-3.713
-3.753
172
173
174
175
-3.445
-3.507
-3.539
-3.579
Economie
-120
-116
-118
-119
1.576
1.602
1.627
1.653
1.456
1.485
1.509
1.534
Onderwijs
-2.304
-2.388
-2.483
-2.481
186
189
192
194
-2.118
-2.200
-2.291
-2.287
Sport, cultuur en recreatie
-5.476
-5.518
-5.550
-5.592
1.136
1.155
1.172
1.189
-4.340
-4.363
-4.378
-4.404
Sociaal domein
-16.569
-16.691
-16.775
-16.868
3.088
3.089
3.090
3.091
-13.481
-13.602
-13.685
-13.777
Volksgezondheid en milieu
-8.099
-8.140
-8.316
-8.487
8.193
8.320
8.494
8.666
94
180
178
178
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
-2.123
-2.161
-2.198
-2.237
1.005
1.022
1.038
1.054
-1.118
-1.139
-1.161
-1.182
Totaal
-55.228
-55.938
-56.693
-57.383
55.971
56.388
57.118
58.054
743
451
425
672
Toev./ onttrekking
reservesProgramma 0
-913
-620
-594
-841
-913
-620
-594
-841
Programma 1
25
25
25
25
25
25
25
25
Programma 2
Programma 5
Programma 6
Programma 7
144
144
144
144
144
144
144
144
Programma 8
Totaal
-913
-620
-594
-841
169
169
169
169
-743
-451
-425
-672
Programma's incl.
reservesBestuur en ondersteuning
-15.341
-15.383
-15.640
-16.185
40.771
40.996
41.487
42.189
25.431
25.613
25.847
26.004
Veiligheid
-2.491
-2.480
-2.493
-2.500
12
13
13
13
-2.479
-2.467
-2.481
-2.487
Verkeer, vervoer en waterstaat
-3.617
-3.679
-3.713
-3.753
172
173
174
175
-3.445
-3.507
-3.539
-3.579
Economie
-120
-116
-118
-119
1.576
1.602
1.627
1.653
1.456
1.485
1.509
1.534
Onderwijs
-2.304
-2.388
-2.483
-2.481
186
189
192
194
-2.118
-2.200
-2.291
-2.287
Sport, cultuur en recreatie
-5.476
-5.518
-5.550
-5.592
1.136
1.155
1.172
1.189
-4.340
-4.363
-4.378
-4.404
Sociaal domein
-16.569
-16.691
-16.775
-16.868
3.088
3.089
3.090
3.091
-13.481
-13.602
-13.685
-13.777
Volksgezondheid en milieu
-8.099
-8.140
-8.316
-8.487
8.193
8.320
8.494
8.666
94
180
178
178
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
-2.123
-2.161
-2.198
-2.237
1.005
1.022
1.038
1.054
-1.118
-1.139
-1.161
-1.182
Totaal
-56.140
-56.557
-57.287
-58.224
56.140
56.557
57.287
58.224
0
0
0
0
Totaal lasten
-56.140
-56.557
-57.287
-58.224
Totaal baten
56.140
56.557
57.287
58.224
Bijgestelde stand meerjarenbegroting 2022-2025, incl. mutaties
0
0
0
0
- Meerjarenbegroting Overzicht baten en lasten
Economische categorie BATEN (x € 1.000)
2022
2023
2024
2025
2.2.1 Belastingen op producenten
12.546
12.752
12.962
13.175
2.2.2 Belastingen op huishoudens
2.834
2.931
3.030
3.133
Totaal 2. Belastingen
15.381
15.683
15.992
16.308
3.2 Duurzame goederen
3.3 Pachten
313
318
323
328
3.4.2 Eigen bijdrage en verhaal soc uitkeringen in natura
167
168
169
169
3.5.2 Uitgeleend personeel
1.088
1.108
1.128
1.148
3.6 Huren
1.292
1.312
1.331
1.354
3.7 Leges en andere rechten
6.902
7.052
7.162
7.269
3.8 Overige goederen en diensten
1.890
1.745
1.709
1.659
Totaal 3. Goederen en diensten
11.652
11.702
11.821
11.927
4.3.1 Inkomensovedrachten - Rijk
26.660
26.757
27.044
27.560
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten
1.498
1.496
1.502
1.502
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijke regelingen
556
565
573
573
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen
15
15
16
15
Totaal 4. Overdrachten
28.730
28.833
29.135
29.650
5.1 Rente
21
20
20
19
5.2 Dividenden en winsten
150
150
150
150
Totaal 5. Rente en dividend
171
170
170
169
7.1 Mutatie reserves
169
169
169
169
7.2 Mutatie voorzieningen
38
0
0
0
Totaal 7. Verrekeningen
207
169
169
169
Totaal baten
56.140
56.557
57.287
58.224
Totaal 7.1/Saldo meerjarenbegroting
0
0
0
0
TOTAAL BATEN
56.140
56.557
57.287
58.224
Economische categorie LASTEN (x € 1.000)
2022
2023
2024
2025
Totaal 1. Salarissen en Sociale Lasten
-14.596
-14.853
-15.120
-15.392
Totaal 2. Belastingen
-503
-511
-519
-527
3.2 Duurzame goederen
-21
-22
-22
-22
3.3 Pachten
0
0
0
0
3.4.1 Sociale uitkeringen in natura
-7.043
-7.119
-7.195
-7.269
3.5.1 Ingeleend personeel
-563
-439
-445
-452
3.8 Overige goederen en diensten
-9.629
-9.575
-9.698
-9.834
3.8.9 Onvoorzien
32
-221
-380
-584
Totaal 3. Goederen en diensten
-17.225
-17.376
-17.740
-18.161
4.1.1 Sociale uitkeringen in geld
-3.849
-3.849
-3.849
-3.849
4.2 Subsidies
-3.139
-3.166
-3.177
-3.217
4.3.1 Inkomensovedrachten - Rijk
-111
-113
-114
-116
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten
-5.055
-5.172
-5.189
-5.192
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijk regelingen
-3.610
-3.628
-3.588
-3.580
4.3.6 Inkomensoverdrachten - overige overheden
-2.710
-2.751
-2.792
-2.832
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen
-407
-374
-374
-376
4.4.3 Kapitaaloverdrachten Gemeenschappelijke Regelingen
-84
-83
-83
-83
4.4.8 Kapitaaloverdrachten - overige instellingen en personen
-120
-120
-120
-120
Totaal 4. Overdrachten
-19.085
-19.256
-19.287
-19.364
5.1 Rente
-392
-359
-340
-296
Totaal 5. Rente en dividend
-392
-359
-340
-296
7.1 Mutatie reserves
-913
-620
-594
-841
7.2 Mutatie voorzieningen
-963
-1.053
-1.149
-1.235
7.3 Afschrijvingen
-2.464
-2.530
-2.538
-2.407
Totaal 7. Verrekeningen
-4.340
-4.203
-4.281
-4.483
Totaal Lasten
-55.228
-55.938
-56.693
-57.383
Totaal 7.1/Saldo meerjarenbegroting
-913
-620
-594
-841
TOTAAL LASTEN
-56.140
-56.557
-57.287
-58.224
Bedragen x € 1.000
2022
2023
2024
2025
Algemene dekkingsmiddelen
36.797
36.173
36.657
37.319
Onttrekkingen aan reserves
169
169
169
169
Dekkingsmiddelen Programma's
19.174
20.215
20.461
20.735
TOTAAL LASTEN
56.140
56.557
57.287
58.224
- Meerjarenbegroting Incidentele baten en lasten
INCIDENTELE BATEN
2022
2023
2024
2025
Taakveld
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
0
0
0
0
Taakveld
Programma 1 Veiligheid
0
0
0
0
Taakveld
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
0
0
0
0
Taakveld
Programma 3 Economie
0
0
0
0
Taakveld
Programma 4 Onderwijs
0
0
0
0
Taakveld
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
0
0
0
0
Taakveld
Programma 6 Sociaal domein
0
0
0
0
Taakveld
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
0
0
0
0
Taakveld
Programma 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
0
0
0
0
TOTAAL INCIDENTELE BATEN
0
0
0
0
INCIDENTELE LASTEN
2022
2023
2024
2025
Taakveld
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
-175.000
0
0
0
0.4
Voortzetting flexibele schil externe inhuur
-100.000
0.4
Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
-20.500
0.4
Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
-44.000
0.4
Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
-10.500
Taakveld
Programma 1 Veiligheid
0
0
0
0
Taakveld
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
0
0
0
0
Taakveld
Programma 3 Economie
-5.410
0
0
0
3.2
Vervangen elektrakast Bloemendaalseweg 240
-5.410
Taakveld
Programma 4 Onderwijs
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
4.3
Salarislasten logopedie
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
Taakveld
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
0
0
0
0
Taakveld
Programma 6 Sociaal domein
-6.165
0
0
0
6.2
Gezond in de stad Kansrijke start
-6.165
Taakveld
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
-100.000
0
0
0
7.4
Duurzaamheid warmtetransitie
-100.000
Taakveld
Programma 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
0
0
0
0
TOTAAL INCIDENTELE LASTEN
-336.575
-50.000
-50.000
-50.000
TOTAAL INCIDENTELE BATEN
0
0
0
0
SALDO INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
-336.575
-50.000
-50.000
-50.000
Toelichting overzicht incidentele baten en lasten 2022-2025
Baten
Niet van toepassing.Lasten
Voortzetting flexibele schil inhuur
Op basis van het strategisch HRM-beleid 2017 – 2020 is voor 3 jaar (tot en met 2020) een flexibel inhuurbudget toegekend van €150.000. De praktijk leert dat een blijvende investering nodig is in een flexibel budget om nieuwe taken en opgaven goed te kunnen opvangen en waar nodig te overbruggen naar een structurele inbedding. Maar ook de spanning op de arbeidsmarkt dwingt op aantal gebieden tot meer tijdelijke inzet doordat een aantal vacatures moeilijker zijn te vervullen terwijl de mobiliteit is toegenomen. Kortom, onze noodzakelijke wendbaarheid vraagt vanaf 2021 om een structureel flexibel inhuurbudget. Aanvankelijk van € 200.000 in 2021 en 2022, en uiteindelijk van € 250.000 in 2023 en verder. De ambtelijke organisatie legt zich zelf een taakstelling op om dit budget binnen de huidige formatie te realiseren. Deze taakstelling is voor 2021 € 50.000, voor 2022 € 100.000 en uiteindelijk in 2023 dus € 250.000 (dit staat gelijk aan om en nabij 4 formatieplaatsen). Deze formatie denken we te vinden door digitaler en doelmatiger te werken. Omdat de taakstelling dus gefaseerd wordt gerealiseerd wordt ter overbrugging een incidenteel budget gevraagd van € 150.000 in 2021 en € 100.000 in 2022.Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
Sinds de laatste verkiezingen is het aantal gestelde vragen gestaag toegenomen. In tegenstelling tot de verwachting kan tot medio 2021 worden geconstateerd dat het aantal gestelde schriftelijke, technische vragen en inlichtingen WOB verzoeken eerder nog verder is toegenomen dan afgenomen. Zeker wanneer wordt gekeken naar de per indiening opgenomen detailvragen en daarbij voorts de integriteitsmeldingen worden betrokken, moet voor de behandeling daarvan ook het nodige voorbereidende werk worden verzet. Hieruit volgt dat de omvang van de ingehuurde extra capaciteit in tegenstelling tot de verwachting niet kan worden afgeschaald indien de vragen binnen wettelijke en redelijke termijnen afgehandeld moet worden.Vervangen elektrakast Bloemendaalseweg 240
De elektrakast op de parkeerplaats bij AH in Overveen wordt in 2022 vervangen.Salarislasten logopedie
Onder voorbehoud van positieve besluitvorming in de raad van 16 september 2021 zal de gemeente de inzet van preventieve schoollogopedie met ingang van 1 april 2025 beëindigen. Op dit moment zijn 3 logopedisten in gemeentelijke dienst. Twee daarvan bereiken de pensioengerechtigde leeftijd in 2025 wat zal leiden tot een kostenbesparing. De salarislasten van de twee pensioengerechtigden kunnen om die reden als incidenteel worden aangemerkt.Gezond in de stad Kansrijke start
Kansrijke Start is een landelijk actieprogramma van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat zich richt op de eerste 1000 dagen in het leven van een kind (van -10 maanden tot 2 jaar), door het maken van samenwerkingsafspraken (‘lokale coalities’) tussen het medisch- en het sociaal domein. Voor dit programma is vanuit het ministerie subsidie toegekend aan Bloemendaal (Impuls Kansrijke Start derde tranche). JGZ Kennemerland heeft een subsidieaanvraag gedaan om dit programma voor Bloemendaal uit te gaan voeren. Voor het uitvoeren van het programma Kansrijke Start is vanuit het ministerie van VWS voor Bloemendaal € 6.165,00 per jaar (voor 2020, 2021 en 2022) beschikbaar.Duurzaamheid warmtetransitie
In het klimaatakkoord is afgesproken dat het Rijk € 150 miljoen beschikbaar stelt aan gemeenten voor de periode 2019 tot en met 2021. Dit bedrag is via de decembercirculaire 2019 beschikbaar gekomen, is in één keer uitgekeerd voor de hele periode en maakt deel uit van het jaarrekeningresultaat 2019. De bedragen voor Bloemendaal zijn als volgt:- Transitievisie Warmte: € 202.101 (1)
- Energieloket: € 25.000 (2)
- Wijkaanpak: € 9.997 (3)
In de begroting 2021 is een bedrag opgenomen van € 50.000, in 2022 € 100.000. Het gaat om incidentele budgetten die worden gebruikt voor planvorming warmtetransitie en zo mogelijk (het begin van) de implementatie. Het gaat hierbij vooral om het opstellen van een plan in welke volgorde wijken worden verduurzaamd/aardgasvrij worden gemaakt. Zoals eerder gememoreerd staat tegenover deze uitgaven dekking vanuit het Rijk. Dat geld is inmiddels al ontvangen.
- Meerjarenbegroting Structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves
Naam reserve
2022
2023
2024
2025
Structurele onttrekkingen reserves
Dekkingsreserve rioolvernieuwingen
-70.749
-70.749
-70.749
-70.749
Dekkingsreserve riolering buitengebied
-25.359
-25.359
-25.359
-25.359
Dekkingsreserve bergingscapaciteit riolering
-48.094
-48.094
-48.094
-48.094
Reserve explosievenopruiming
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
-169.202
-169.202
-169.202
-169.202
Structurele toevoegingen reserves
0
0
0
0
- Meerjarenbegroting Ontwikkeling EMU saldo
2021
2022
2023
2024
2025
Bedragen x € 1.000
volgens realisatie t/m augustus 2021, aangevuld met raming resterende periode
volgens
begroting
2022volgens
MJBvolgens
MJBvolgens
MJB+ 1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
-1.366
743
451
425
672
+ 2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
2.364
2.464
2.530
2.538
2.407
+ 3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
1.262
963
1.053
1.149
1.235
- 4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
8.766
6.052
4.383
5.219
1.375
+ 5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
0
0
+ 6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord
0
0
0
0
0
- 7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
0
0
0
0
0
+ 8
Baten bouwgrondexploitatie voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
16
16
16
16
16
- 9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
1.176
1.044
929
947
1.084
- 10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
0
0
0
0
0
11a
Verkoop van effecten: gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
nee
nee
nee
nee
nee
- 11b
Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
-7.666
-2.909
-1.262
-2.039
1.871
- Meerjarenbegroting Geprognoticeerde balans per ultimo 2020-2025
ACTIVA (bedragen x € 1.000)
Rekening 2020
Begroting 2021
Begroting 2022
Raming 2023
Raming 2024
Raming 2025
1.
Vaste Activa
1a
Immateriële vaste activa
0
0
0
0
0
0
1b
Materiële vaste activa
- investeringen met een economisch nut
29.173
31.776
30.646
31.617
30.071
28.606
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden gegeven
22.324
23.043
23.453
22.782
22.129
21.475
- investeringen in openbare ruimte met alleen maatschappelijk nut
4.617
6.368
6.140
5.801
5.463
5.173
1c
Financiële vaste activa
- kapitaalverstrekking aan deelnemingen
345
345
1.538
1.538
1.538
1.538
- kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen
34
34
34
34
34
34
- overige langlopende leningen
784
770
752
736
720
703
- overige uitzettingen met een looptijd >1 jaar
0
0
0
0
0
0
2.
Vlottende Activa
2a
Voorraden
- grond/ en hulpstoffen niet in exploitatie genomen bouwgronden
0
0
0
0
0
0
- onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
71
0
71
71
71
71
2b
Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar
14.165
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
2c
Liquide Middelen
388
562
0
0
323
124
2d
Overlopende activa
1.648
776
30
1.800
800
11
Totaal Activa
73.548
69.673
68.665
70.379
67.149
63.736
PASSIVA (bedragen x € 1.000)
Rekening 2020
Begroting 2021
Begroting 2022
Raming 2023
Raming 2024
Raming 2025
3.
Vaste Passiva
3a
Eigen vermogen
- algemene reserve
29.298
29.321
30.152
30.772
31.365
32.206
- bestemmingsreserves
7.983
7.796
7.654
7.485
7.315
7.146
- gerealiseerd resultaat
1.147
0
0
0
0
0
3b
Voorzieningen
3.453
2.984
2.852
2.975
3.177
3.329
3c
Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer
- onderhandse leningen
21.500
20.350
19.200
18.050
16.900
15.750
- waarborgsommen
7
0
7
7
7
7
4.
Vlottende Passiva
Kasgeldlening
0
4a
Netto vlottende schulden korter dan één jaar
- banksaldo
0
0
0
2.121
0
0
- overige schulden
3.021
6.422
6.000
6.000
3.450
2.498
4b
Overlopende passiva
7.139
2.800
2.800
2.969
4.934
2.800
Totaal Passiva
73.548
69.673
68.665
70.379
67.149
63.736