DE PARAGRAFEN 2022

Lokale heffingen

Beleid opbrengst en dekking

Het beleid ten aanzien van de opbrengst van de in deze paragraaf genoemde belastingen en retributies voor de jaren 2022-2025 is als volgt:

  • Onroerende-zaakbelastingen: inflatiepercentage (1,6%) koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon-prijsontwikkeling (CPI) volgens het Centraal Planbureau (CPB);
  • roerende belasting op woon- en bedrijfsruimten: inflatiepercentage (1,6%);
  • rioolheffing: 100% kostendekking;
  • afvalstoffenheffing: 100% kostendekking;
  • begrafenisrechten: 100% kostendekking;
  • leges: inflatiepercentage (1,6%), 100% kostendekking;
  • precariobelasting: inflatiepercentage (1,6%);
  • parkeerbelasting: de parkeertarieven stijgen met 1,6%; de tarieven voor parkeervergunningen worden in 3 jaar tijd verhoogd naar een kostendekkend niveau

(2022 = 2e jaar transitie);

  • toeristenbelasting: verhoging van € 3,25 naar € 3,30 per overnachting.

Voor de twee laatste belastingsoorten geldt dat er geen koppeling (meer) is met die van de gemeente Zandvoort.

Inflatiecorrectie
Voor de heffingen en belastingen geldt een koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon- en prijsontwikkeling van het Centraal Planbureau. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt conform de vastgestelde kadernota voorgesteld de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen, de precariobelasting, de leges en de parkeerbelasting ten opzichte van de tarieven 2021 te verhogen met 1,6%. De toeristenbelasting stijgt inclusief inflatie van € 3,25 naar € 3,30 per overnachting.

OZB
Er wordt gestuurd op realisatie van de te behalen inkomsten rekening houdende met de 1,6% prijsinflatie volgens de kadernota, de areaaluitbreiding als gevolg van nieuwbouw en de hogere waardeontwikkeling van het onroerend goed in de gemeente t.o.v. het landelijk gemiddelde. De laatste twee componenten dienen om de korting op de 'inkomstenmaatstaf algemene uitkering' te compenseren. De landelijke marktontwikkeling tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021 bij woningen wordt, op basis van de meicirculaire geschat op 9%. Voor niet-woningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op negatief 0,5%. GBKZ schat de gemeentelijke stijging in op 11%. Dit betekent een hogere korting op de algemene uitkering t.o.v. het landelijk gemiddelde. Ter compensatie is de opbrengstraming OZB verhoogd.
Op 1 januari 2022 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2021.
Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2020 tot 1-1-2021) sprake is van waardestijgingen/-dalingen, dan vindt, rekening houdend met de beschikbare belastingcapaciteit, een verrekening plaats via een evenredige respectievelijke verlaging/verhoging van de ozb-tarieven 2022.

Rioolheffing
Voor de rioolheffing worden tarieven gehanteerd die hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden. Hiertoe is een overzicht van baten en lasten opgenomen inclusief een toelichting van de beleidsuitgangspunten. De kosten worden voor 40% bij de eigenaar en voor 60% bij de gebruiker verhaald. Het eigenarentarief voor de rioolheffing is gebaseerd op de WOZ waarde. Het gebruikerstarief is gebaseerd op het waterverbruik. Op 28 september 2017 is het nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsprogramma (VGRP) over de planperiode 2017-2021 vastgesteld. Uit het VGRP is gebleken dat er geen sprake is van 100% kostendekkendheid. Dit is reden geweest om vanaf het begrotingsjaar 2018 naast de correctie voor inflatie een extra verhoging van 1,8% door te voeren. De uit het VGRP voortvloeiende financiële consequenties zijn in de meerjarenbegroting 2022-2025 verwerkt.

Afvalstoffenheffing
Voor de afvalstoffenheffing geldt het beleid van volledige kostendekking. Evenals bij de rioolheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overschrijden. Voor het inzicht wordt verwezen naar het overzicht van baten en lasten en de bijbehorende toelichting op de beleidsuitgangspunten. De gemeente Bloemendaal heeft met Meerlanden een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de huishoudelijke afvalinzameling.

Grafrechten
Ook voor de grafrechten geldt het beleid van volledige kostendekking.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor voorwerpen die vergunningplichtig zijn, terrassen en ligplaatsen. Voor kabels en leidingen in gemeentegrond is vanaf 2022 heffing niet meer mogelijk.

Parkeerbelasting
De tarieven van de parkeerbelastingen liften jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen. De tarieven voor het strand werden van oudsher afgestemd op de Zandvoortse tarieven. Vanaf het belastingjaar 2021 is deze koppeling los gelaten. In lijn met de uitgangspunten van de kadernota 2022 worden de tarieven van zowel Bloemendaal aan Zee als Bloemendaal dorp verhoogd met 1,6%. De gemiddelde parkeerduur blijft gelijk. De raming van deze belangrijke inkomstenbron van de gemeente is sterk afhankelijk van weersomstandigheden en wisselende aantallen evenementen.

Indien geen, of te weinig, parkeerbelasting is voldaan, kan de gemeente een naheffingsaanslag opleggen, vermeerderd met kosten. Deze kostenopslag moet door de gemeente worden onderbouwd. De gemeente moet kunnen laten zien dat de kosten per naheffingsaanslag (op ramingsbasis) gelijk of hoger liggen dan dit bedrag.Het maximumbedrag dat voor de kostenopslag in rekening kan worden gebracht bedraagt per 1 januari 2022 € 66,50. Dit bedrag groeit jaarlijks mee met het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie.

Toeristenbelasting
Het tarief van de toeristenbelasting in Bloemendaal lift jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen en werd van oudsher afgestemd op de Zandvoortse tarieven. De koppeling met de Zandvoortse tarieven is met ingang van het belastingjaar 2021 los gelaten.
In lijn met de uitgangspunten van de kadernota 2022 wordt het Bloemendaalse tarief per 1 januari 2022 verhoogd van € 3,25 naar € 3,30.

Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente voert een kwijtscheldingsbeleid conform de Invorderingswet 1990.
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, wordt voor 100% kwijtschelding verleend indien uit een vermogenstoets en een inkomenstoets blijkt dat het inkomen gelijk is aan of minder dan het wettelijk minimuminkomen (bijstandsnorm).
Kwijtschelding wordt alleen verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende-zaakbelasting, roerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing (alleen voor de eerste afvalcontainer, niet voor extra containers) en rioolheffing voor het gebruikersgedeelte. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten van kwijtschelding.

Het bedrag aan kwijtscheldingen bedroeg / bedraagt (bedragen in €):

Kwijtschelding

2020 (W)

2021 (B)

2022 (B)

Afvalstoffenheffing

 € 77.531

€ 60.000

€ 80.000

Rioolheffing

€ 38.479

€ 32.000

€ 40.000

Totaal

 € 116.010

€ 92.000

€ 120.000

Zowel de raming kwijtschelding afvalstoffenheffing als kwijtschelding rioolheffing is ten opzichte van het begrotingsjaar 2021 op basis van realisatiecijfers bijgesteld.

Deze pagina is gebouwd op 11/08/2021 13:29:54 met de export van 11/08/2021 12:11:39